Tijdens de eerste duizend jaar van de wierdenbewoning werden de doden vermoedelijk gecremeerd. Sporen hiervan zijn echter niet teruggevonden. Wel zijn er incidenteel uit kuilen of greppels skeletten tevoorschijn gekomen.

Met de komst van nieuwe bewoners uit het Noord-Duitse gebied werden in de vijfde eeuw na Chr. grafvelden aangelegd. Sommige doden werden gecremeerd, anderen begraven. Na een crematie worden de resten van de dode in een urn verzameld (zie afbeelding). De urn werd vervolgens in een grafveld begraven. Met de komst van het christendom verdween het gebruik om doden te cremeren en werd het gebruik van grafgiften ontmoedigd.

Op de foto zijn drie urnen te zien. Uiterst links is een versierde urn met daarin crematieresten. Deze urn is gevonden in Westeremden en stamt uit de achtste–negende eeuw. De achterste urn is een vroege kogelpot met crematie en opgedolven in Godlinze. Deze urn stamt uit rond de negende eeuw. De voorste urn betreft een gedraaid bolpotje met crematie. Deze is net als de versierde urn gevonden in Westeremden en stamt eveneens uit de achtste-negende eeuw.