Selinum wallichianum of karwijselie staat ook wel bekend onder de naam 'lichtblauwe peterselie'. De plant heeft van alles een beetje: het aroma van de plant lijkt op dat van peterselie, de plant zelf lijkt op karwij. De tweejarige plant behoort tot de schermbloemen, waar bijvoorbeeld ook het fluitenkruid en de bereklauw onder vallen.

De selinum houdt van vochtig grasland en voedselrijke, vochtige bosgrond. Karwijselie wordt ongeveer een meter hoog, heeft een decoratief, fijn blad en een donkerrode stengel. De plant bloeit vanaf juli met schermbloemen die lichtrood beginnen en later verkleuren naar wit, en ook na de bloei nog lang mooi blijven.

De plant heeft de bijnaam 'koningin onder de schermbloemen' gekregen, waarschijnlijk dankzij zijn majestueuze voorkomen en doorzichtig, heel fijn ingesneden blad. Elk deelschermpje van de bloemschermen worden omgeven door een krans van ingesneden, groenwitte schutblaadjes alsof ieder schermpje gekroond is.

De soort komt uit Darjeeling (India) en Bhutan en is ook in Noord-Amerika geïntroduceerd.

Karwijselie is voedsel voor de zwartvlekdwergspanner (een kleine vlindersoort) en voor de bladmineerder Phytomyza Mylini, een vliegensoort, waarvan de larven delen van het blad eten en daarbij een soort gangen maken (die lijken op mijngangen, vandaar 'bladmineerder').