“ De basis van Niehove ligt vermoedelijk niet veel hoger dan die van Ezinge, daterend uit de vijfde eeuw v. Chr.
Ondanks de commerciële afgravingen voor de vruchtbare grond aan het eind van de negentiende eeuw oogt het huidige dorp Niehove zeer beminnelijk. Een kleine rondweg om de dertiende-eeuwse kerk en het kerkhof en een veel ruimere rondweg en ringsloot aan de voet van de wierde. Alle huizen, boerderijen en wegen wijzen als taartpunten naar het centrum. Op de kadasterkaart van 1832 zijn wel twintig punten zichtbaar, deels in achtergelegen weiden en akkers.
Dit wordt ook wel een 'radiale aanleg' genoemd. Niet voor niets werd dit wierdedorp in 2019 uitgeroepen tot mooiste dorp van Nederland. Zelfs het afgegraven deel oogt aangenaam, met een pad dat rechtstreeks naar de kerk loopt.
Plaatsnamen met ‘Nieuw-’ (en 'Nieuwe-' of ‘Nie-’) zijn meestal niet erg oud. Bij de dicht bij elkaar gelegen plaatsen Oldehove en Niehove zou je denken dat de laatste de jongste is. Maar niets is minder waar. De wierde Oldehove werd op zijn vroegst opgeworpen in de achtste eeuw. Niehove kende toen al veertig generaties bewoners. De aanduidingen ‘oud’ en ‘nieuw’ hebben hier met ‘functieoverdracht’ te maken. De wierde Niehove, toen nog ‘Suxwort’ ('zuidelijke wierde') was lange tijd standplaats van een proost (oppergeestelijke), die het eiland Humsterland en een deel van Achtkarspelen bestuurde. Omstreeks 1200 verhuisde zijn zetel naar Hummerse, een jonge wierde, maar met een nog door Liudger gestichte kerk. In de veertiende eeuw verhuisde het ambt van proost weer naar Suxwort, dat voortaan Niehove werd genoemd, terwijl Hummerse werd omgedoopt tot Oldehove.
Wanneer Suxwort is gesticht is niet bekend, maar de oudste vondsten – scherven ‘streepband-aardewerk’ – dateren uit de late ijzertijd, ver voor onze jaartelling. Ruim honderd jaar geleden deed archeoloog Albert Egges van Giffen hoogtemetingen aan de grondslag van terpen en wierden (terpzool). Met gegevens van wierden waarvan de ontstaansdatum min of meer bekend was kon hij de ouderdom van andere wierden vaststellen, omdat de grondslag verband hield met de toenmalige zeespiegel. De basis van Niehove ligt vermoedelijk niet veel hoger dan die van Ezinge, daterend uit de vijfde eeuw v. Chr.
Ronde wierden met een radiale aanleg liggen vooral in de lagere klei-achtige kweldergebieden. Vanwege de voortdurend dreigende wateroverlast was het zinvol een nederzetting zo compact mogelijk in te richten. In gebieden met zandiger, vaak hogere afzettingen worden meer langgerekte terpstructuren aangetroffen. In eerste instantie zal de wierde uit slechts enkele boerderijen hebben bestaan; een radiale structuur dateert op zijn vroegst uit de Romeinse tijd, of is pas (opnieuw) in de middeleeuwen ontstaan; de kans is groot dat de wierde van Niehove in de periode daartussen verlaten wast.
De boerderijen op een wierde met een radiale structuur stonden met de kopse kant naar het midden van de wierde. Stonden ze andersom, dan zou de mest uit de stal het woongedeelte binnendringen. Het centrum van de wierde zal oorspronkelijk zijn vrijgehouden. Dat kan een plek voor samenkomsten zijn geweest, maar er kan ook aan een grote zoetwaterkuil (fething) hebben gelegen, nuttig bij overstromingen, maar ook bij brand. De kerk werd pas later gebouwd.
Tekst: Ernst Taayke
Hoge resolutiefoto's Download object
Labels Collectie Groningen Archeologie