In 1906 werd bij de afgraving van de wierde van Marsum bij Delfzijl een omvangrijke laat-Karolingische zilver- en goudschat gevonden. De schat kwam in handen van een juwelier, die de munten los verkocht. Slechts een deel van de schat is in museaal bezit gekomen. Voor zover nu bekend bevatte de schat gouden en zilveren munten, alsmede vijf zilveren sieraden, maar over de totale omvang wordt in het duister getast.
Lees meer