Als je het niet weet, rijd of wandel je er zo aan voorbij. Het eeuwenoude cultuurlandschap van Groningen kent veel waardevolle archeologische vindplaatsen. Op tien van deze archeologische locaties kun je nu luisteren naar een podcast over het landschap en de vondst. Thuis of op welke andere plek ook kunnen de podcasts beluisterd via deze website. Radiomaker Mathijs Deen interviewde voor elke podcast op locatie een archeoloog of andere betrokken deskundige. In 8 tot 10 minuten laten zij je kennismaken met de verrassende archeologische geschiedenis van die plek. Deze tentoonstelling bevat de tien podcasts met de bijbehorende afbeelding en beschrijvende tekst (klik op ‘bekijk object’); het kaartje onderaan toont hoe vanaf het dichtstbijzijnde wandel- of fietsknooppunt de exacte locatie te vinden is. In de buurt van de locatie geeft ook een QR-code - in stickervorm op lantarenpalen of ander straatmeubilair- toegang tot de podcast.
Amateurarcheoloog en detectorzoeker Martin van den Bosch uit Marum deed in de omgeving van zijn woonplaats de vondst van zijn leven: een bijl uit het Neolithicum. Na de laatste ijstijd, rond de tienduizend jaar geleden, viel het land in het huidige Westerkwartier droog, ontstonden zandruggen zoals we die ook kennen in Drenthe en werd het bewoonbaar.
Voordat de wijk Paddepoel, noordwestelijk van de stad Groningen, in 1964 werd aangelegd, werd er archeologisch onderzoek gedaan. Er werden vier sleuven gegraven, waarin verschillende kleine wierden en andere bewoningssporen uit de late ijzertijd en de Romeinse tijd (200 v. Chr.-250 n. Chr.) bleken te liggen.
Even ten zuiden van Middelstum ligt een perceel grasland met daarin een nauwelijks zichtbare verhoging. Vroeger stond daar in de buurt een steenbakkerij die de zware Groningen ‘knipklei’ afgroef en gebruikte voor het maken van dakpannen, bakstenen en drainagebuizen.
Toen in Loppersum in september 2016 machines de grond open groeven voor onderhoud van de riolering, deed hobby-archeoloog en detectorzoeker Aldwin Wals de vondst van zijn leven: een echte goudschat.
Tussen 1923 en 1934 werd een groot deel van de wierde van Ezinge onderzocht door het Biologisch Archaelogisch Instituut (BAI), de voorloper van het huidige Groninger Instituut voor Archeologie (GIA) van de Rijksuniversiteit Groningen. De opgraving stond onder leiding van Albert Egges van Giffen en kreeg veel nationale en internationale belangstelling.
De geschiedenis van het Groninger dorp Godlinze gaat terug tot de eerste eeuw voor Christus, toen de eerste bewoners zich hier vestigden op een kwelderwal langs de oostelijke oever van het bekken van de rivier de Fivel. Godlinze is één van de weinige wierden in Groningen die nog bijna helemaal intact is en niet deels commercieel is afgegraven.
Reconstructie van een mesolithische haardkuil, nagebouwd met lakprofielen afkomstig uit het Friese dorp Bantega. Hier werden in 2004, net zoals eerder in de Wildervanksterdallen en in de jaren negentig in Boven Pekela, haardkuilen uit het mesolithicum gevonden.
In het Noordlaarderbos liggen de sporen van een middeleeuwse route. De karrensporen van de wagens die hier in de middeleeuwen en daarna hebben gereden zijn op het Actueel Hoogtebestand Nederland nog duidelijk herkenbaar als geulen die van noord naar zuid lopen.
In de late bronstijd (1200-800 v. Chr.) en vroege ijzertijd (800-500 v .Chr.) werden doden gecremeerd. De crematieresten werden in een urn van aardewerk begraven in een kuil met daaromheen een greppel. De vrijgekomen grond werd gebruikt voor een heuveltje over het graf. In de late ijzertijd werden de resten zonder urn begraven.
Het recreatiewater de Ruskenveenseplas is tot stand gekomen bij de aanleg van een nieuwbouwwijk in Hoogkerk. Voor de aanleg van Ruskenveen, een uitbreidingsplan van de gemeente Groningen, is in de jaren 1996 tot en met 2000 uitgebreid archeologisch onderzoek verricht. Daarbijks 11.000 v. Chr. gevonden.