Voor Oktobermaand Kindermaand hebben we een speciale tentoonstelling gemaakt van 36 voorwerpen die ook te zien zijn op het memoryspel. Ga op onderzoek uit en laat je verrassen. Als je na de tentoonstelling nog meer wilt bekijken, kun je bij ‘Bladeren’ alle voorwerpen uit het digitaal museum vinden.
Als je tegenwoordig zin hebt in een glaasje water hoef je alleen de kraan open te draaien. Vroeger moest je iets meer moeite doen. Als je rijk was had je misschien een waterpomp. Als je de zwengel stevig op een neer bewoog werd er water uit de gracht gepompt en kon je toch gemakkelijk een emmertje vullen.
Deze schelp is het huis van een heel bijzonder inktvisje. Overdag leven deze beestjes diep onder water, maar ’s nachts komen ze naar boven om te eten. Dit doen ze door het water uit de kamertjes in de schelp te pompen waardoor ze lichter worden en opstijgen, net als een duikboot.
Dit bijzondere kunstwerkje is gemaakt van mensenhaar. Auktje Dijkstra was pas twintig jaar toen ze stierf. Haar ouders waren zo verdrietig dat ze een kunstenaar vroegen om van haar prachtige rode haar een kunstwerk te maken. Zo konden ze zich hun dochter altijd blijven herinneren.
Dit gebouwtje wordt een ‘folly’ genoemd. In het Engels betekent dit ‘dwaasheid’. Deze gebouwtjes werden vroeger door de rijken in de tuin van hun landhuis gezet. Niet om iets in te bewaren of om in te wonen, maar gewoon voor de lol.
Deze rammelaar is bijna vierhonderd jaar oud en is gevonden in de buurt van de vesting Oudeschans. Wanneer er geen oorlog was, waren er niet zo veel soldaten in het fort nodig, dus was er plek voor zowel de soldaten als hun familie en dus ook voor de kinderen!
In 1850 vond landbouwer Cornelis Borgman dat zijn paarden wel erg snel moe werden. De oude ploeg was zo zwaar! Hij ging op onderzoek uit en hoorde van een bijzondere ploeg uit Amerika. Hij besloot er een te kopen. Het werkte! De ploeg was veel gemakkelijker te trekken waardoor zijn paarden niet zo moe werden en het land beter omgeploegd kon worden. Het bleek zo’n goed idee dat binnen twee jaar veel andere boeren ook zo’n ploeg hadden.
Deze brandspuit is meer dan honderd jaar oud. Als er vroeger brand uitbrak moesten de mensen van het dorp in een lange rij gaan staan. Daarna konden ze emmers water doorgeven uit een sloot, gracht of vijver naar de brand. Dan is zo’n pomp toch wel wat gemakkelijker!
Bedden zijn om in te slapen maar rijke mensen lieten soms een schitterend bed maken voor de sier. Er werd bijna niet in geslapen. In plaats daarvan werd er mee gepronkt als er belangrijke gasten waren.
Je hebt vast wel eens een speeldoosje gezien. Aan het buisje in het midden zitten kleine uitsteekseltjes die tegen een metalen steeltje aantikken waardoor het geluid maakt. Op deze manier krijg je een liedje te horen. Een speeltrommel is eigenlijk hetzelfde maar dan veel groter!
Dit molentje is bijna negentig jaar oud en gemaakt van blik. De molen stond in kleine kruidenierswinkels op de toonbank. Er kon vijf kilo aan toffeetjes in. Kinderen mochten natuurlijk even aan de wieken draaien. De winkelier hoopte dat ze daarna ook wat snoep uit het molentje zouden kopen.
Dit apparaat is een ouderwetse typemachine. Het is meer dan honderd jaar oud! Het is dan ook een van de eerste modellen. Met zo’n apparaat schrijf je natuurlijk lang niet zo snel als met een nieuwere typemachine of een computer. Honderd jaar geleden was dit een heel bijzondere machine. Bovendien ‘schreef’ je altijd netjes.
Weet jij wat een fossiel is? Het is een soort afdruk van het skelet van een dier dat miljoenen jaren geleden leefde. Je vindt ze begraven onder de grond. Door deze fossielen kunnen wetenschappers er achter komen hoe deze dieren er misschien uit hebben gezien en hoe ze leefden. Deze vis leefde bijvoorbeeld ongeveer 380 miljoen jaar geleden in ondiepe meren en riviertjes.
Zie je iets vreemds aan deze typemachine? Op het eerste gezicht is het ook bijna niet te zien. Tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen Nederland door Duitsland was veroverd, waren er in Groningen agenten van de Duitse geheime politie aanwezig. Deze agenten hadden een speciale typemachine waarmee ze snel hun logo – SS - konden plaatsen. Kijk maar eens goed naar de ‘3’ toets.
Een hunebed is een graf gemaakt door mensen uit de prehistorie. Stenen werden op elkaar gestapeld om zo een soort huisje te maken. Heel lang dachten we dat hunebedden alleen in Drenthe voorkwamen. In 1982 kwamen we erachter dat we het mis hadden. In de buurt van Delfzijl werd een 5000 jaar oud hunebed gevonden.
Een groep verbaasde vissers heeft deze mammoetkaak uit de Noordzee gevist. Honderdduizend jaar geleden kwam de mammoet veel voor. Inmiddels zijn ze al duizenden jaren uitgestorven.
Een looike is een eenvoudige arrenslee. Looikes zijn gemaakt van hout zonder al te veel versiersels of bekleding. Een paard kon de slee over een gladde ondergrond trekken. Het hoefde niet per sé te sneeuwen. Ook bij natte of modderige wegen werden looikes gebruikt.
750
Deze motoren zijn een replica van scheepsmotoren zoals deze er een eeuw geleden uitzagen. Ze zijn ontworpen door Jan Brons. Zijn motoren waren wereldberoemd. Ze waren heel betrouwbaar een gemakkelijk te onderhouden waardoor ze erg populair werden.
Het is tegenwoordig heel eenvoudig om een luchtfoto van een stad of dorp te vinden. Maar om een dorpje volledig in het klein nagemaakt te zien is wel heel erg leuk, vind je niet? Deze maquette laat het dorpje Tolbert zien zoals het er in 1925 uitzag. Het is heel precies nagemaakt. Het is alsof je vanuit een luchtballon naar het verleden kijkt.
Deze meubels hebben een heel apart uiterlijk. Ze zijn van donker hout gemaakt en in een donkere kleur gelakt. Aan het einde van de negentiende eeuw waren ze heel populair, maar in de jaren daarna vonden mensen ze juist niet meer mooi. Volgens deze mensen kwamen deze meubels uit de ‘lelijke tijd’.
Dit schilderij laat het fregatschip ‘Maria’ zien. Deze voer van 1842 tot 1854 tussen Nederland en de Nederlandse kolonie Indonesië. De bemanning nam ambtenaren en officieren uit de kolonie mee terug naar Nederland. Het schilderij is gemaakt door Jacob Spin.
Een houwdegen is een soort zwaard en werd gebruikt door soldaten te paard. Vlak na de middeleeuwen waren zij gewapend met een pistool of geweer met één schot. Herladen terwijl je op de rug van een paard zat was bijna niet mogelijk, dus namen zij ook een houwdegen mee. Het is zo ontworpen dat je er gemakkelijker mee kan slaan dan steken, waardoor ze eenvoudig konden worden gebruikt bij een gevecht te paard.
Deze ploeg was gemonteerd op een tweewielige kar, een ‘stel’ genoemd. De kar had een groot wiel en een klein wiel. De ploeg zelf kon op verschillende plekken achter de kar worden bevestigd waardoor de boer kon bepalen hoe diep de ploeg in de grond zou graven.
Deze kinderschoentjes zijn gevonden in de buurt van Oudeschans. Ooit waren het dichte schoenen die met een gesp gesloten konden worden. Wanneer de schoen te klein werd, werd de hak eruit gesneden om er een muiltje van te maken. Zo kon het kind de schoen nog iets langer blijven dragen.
Het woord ‘Megillah’ betekent ‘rol’ in het Hebreeuws. Eigenlijk staat er dus ‘Rol van Esther’. Het Hebreeuws is een hele oude taal die tegenwoordig nog steeds belangrijk is voor het Joodse geloof. Op deze rol wordt een populair geloofsverhaal verteld over de redding van de Joden in het Perzische Rijk.
Kloosters in het platteland hadden vaak een kist als deze. Het waren stevige ijzeren, vuurbestendige kisten die werden gebruikt om belangrijke documenten in te bewaren. Omdat deze documenten niet gestolen mochten worden werden deze kisten voorzien van stevige sloten.
Vroeger was het voor bruiden nog geen gewoonte om te trouwen in een witte jurk. Deze trouwjurk is ooit gedragen door Hilje Hopma, de dochter van een rijke boer. Zij trouwde in 1823 met Hendrik Jans Zijlma. Pofmouwen, zoals bij deze jurk, waren toen erg in de mode.
Dit ouderwetse lasapparaat stamt uit 1928 en is gemaakt in Nijmegen. Het is een eenvoudig apparaat bedoeld voor elektrisch lassen. Men maakte schepen immers niet meer van hout maar van staal. Met dit apparaat was het mogelijk om metalen platen aan elkaar te smelten.
Dit is de oudste koninklijke koets van Nederland. Het is gebruikt door koning Willem I. Hij regeerde van 1815 tot 1840. Een koets als deze was zeer luxueus. Je zou het kunnen vergelijken met een hele dure auto, zoals een Rolls-Royce.
Hoe lang kammen mensen hun haar al? In ieder geval al sinds de middeleeuwen. Deze kam is gemaakt van dierenbotten en is bijna 700 jaar oud. Het is gevonden in Ezinge en valt op omdat de versieringen erg mooi en precies zijn.
Als je denkt aan een omnibus denk je misschien wel aan zo’n dik stripboek waar heel veel verhalen in staan. Hier zie je waar dat woord vandaan komt. Het is een grote koets waar veel mensen in vervoerd kunnen worden. Eigenlijk is het gewoon de voorloper van de bus, maar dan door paarden getrokken.
Een wierde is een soort heuvel die door mensen is gemaakt. Omdat er vroeger nog geen dijken waren om de zee tegen te houden, waren er nog wel eens overstromingen. Daarom bouwden de mensen hun huizen op heuvels. Waren er geen heuvels in de buurt? Geen probleem. Dan maakten ze er gewoon zelf een.
In de negentiende eeuw werd de techniek steeds beter. Dit gebeurde niet alleen in fabrieken maar ook op het platteland. Molen De David werd in 1890 gebouwd met een bijzonder wieksysteem. Daardoor kon de molen bij harde wind niet meer op hol slaan. Molens die op hol sloegen brandden namelijk nog wel eens af. De David staat nu in het museum, maar heeft zijn functie als zaagmolen teruggekregen.
In de negentiende eeuw waren er geen grote fabrieken die medicijnen maakten die je gewoon in de apotheek kon halen. Een arts moest deze zelf maken. In de medicijnopstand (= kast) bewaarde de arts de ingrediënten om medicijnen te maken. Giftige stoffen werden achter een apart deurtje bewaard.
Een Cabacet was een helm. Hij kwam uit Italië en werd in de 16e eeuw veel gedragen door Italiaanse huursoldaten. In dit exemplaar zit een vierkant gat dat er waarschijnlijk door een strijdhamer is ingeslagen. Zo’n strijdhamer had namelijk aan één kant een scherpe punt. Au!
In 1906 werd klokkengieter Van Bergen gevraagd om twee nieuwe klokken voor de Domtoren in Utrecht te maken. Eén probleem: hun stemming paste niet bij de rest van het carillon, waardoor het klokkenspel ineens vals klonk. Het lukte niet om de klank te veranderen, dus werden ze in 1952 uit de toren verwijderd.
Bijna was dit bijzondere weefgetouw op de brandstapel terecht gekomen, omdat niemand er iets meer mee kon. Al in de middeleeuwen werd er stof geweven met dit soort apparaten. Dit ging met de hand, waardoor het lang duurde voor het stof geweven was. Toen stoffen in de loop van de negentiende eeuw steeds vaker met machines werd gemaakt, waren weefgetouwen niet meer nodig.