De aalsteker (ook wel aalgeer of elger genoemd) is een viswerktuig waarmee men paling kon vangen

Een visserman had in het verleden zo zijn eigen gereedschappen. Ooit gehoord van een aalsteker en een botprikker? Die laatste werd gebruikt om bij laag water in een priel bot uit het slik te prikken. Het is een metalen vork met zes of zeven tanden, met aan uiteinden van de tanden een haak.


De aalsteker (ook wel aalgeer of elger, aal-/palingsteker, aal-/palingijzer, palingtuik, aal-/palingvork genoemd) is een viswerktuig waarmee men paling kon vangen. Het bestaat uit een drietand –ook wel een vier– of zelfs vijftand-, waarvan de binnenzijden plat zijn en er slechts een dun reepje ruimte overblijft. In die ruimte zitten weerhaken. De uiteinden lopen bij de buitenste twee tanden krom naar buiten toe. Met de aalsteker gingen de vissers de oevers langs en staken het werktuig in het water. Als er paling in de aalsteker zwom, bleef die haken achter de weerhaken. Dus elke keer als je de aalsteker terugtrok, kon je zien of je beet had.


De botprikker en de aalsteker worden nu niet meer gebruikt: het is een verboden werktuig.

Hoge resolutiefoto's Download object

Deze pagina delen facebook twitter pinterest Embed