In het koor hangen rouwborden van de vrouw van Gijsbert Ripperda en drie van hun kinderen

De Mariakerk in Oosterwijtwerd is een van de oudste romaanse kerken in Groningen. Volgens dendrochronologisch onderzoek van de eikenhouten kap dateert de kerk van rond 1237. Kloostermoppen en restanten van een Noormannenpoortje getuigen van deze ouderdom.


De aan Maria gewijde kerk van Oosterwijtwerd behoort samen met de kerken van Marsum en Eenum tot de oudste bakstenen kerken in dit deel van de provincie. Het dorp moet volgens een handschrift uit 1664 zelfs enige reputatie als Maria-bedevaartsplaats hebben genoten. Op de zuidoostelijke kant van de wierde stond tot 1745 het ‘Huis te Oosterwijtwerd’, de borg waar de Ukena’s en later de Ripperda’s en hun erfgenamen woonden.


De band van de Ripperda’s met Oosterwijtwerd gaat terug tot de vijftiende eeuw, als de familie het Huis op de wierde gaat bewonen. Als collatoren van de Mariakerk in Oosterwijtwerd laten de Ripperda’s daar vele sporen na. Nadat de katholieken zijn verjaagd, wordt de kerk steeds meer een monument voor het geslacht van de Ripperda’s. Zo wordt de toren bekroond met een windvaan met het familiewapen, een ruiter te paard. Datzelfde wapen prijkt ook boven de ingang.

In het koor hangen rouwborden van de vrouw van Gijsbert en drie van hun kinderen, en een zandstenen epitaaf (memoriesteen) voor “Gisberti Hermanni Baronis Ripperda”. Dit epitaaf kwam op de plek te hangen waar ooit de opkomende zon (symbool voor de verrezen Christus) door het centrale raam in het koor scheen. Dat raam moest dus plaats maken ter nagedachtenis aan Gijsbert.
Het epitaaf bevat net als de rouwborden allerlei familiewapens (kwartierwapens) en is voorzien van een lange Latijnse tekst. In de grafkelder onder het koor liggen vele Ripperda’s begraven.

Hoge resolutiefoto's Download object

Deze pagina delen facebook twitter pinterest Embed