Oorspronkelijk stond deze statige linnenkast in de woonkamer van de boerderij voor het bewaren van serviesgoed, bestek, tafellinnen en glaswerk. Achter de fraai bewerkte binnendeurtjes stond de drankvoorraad van de heer des huizes.

De linnenkast is het werk van Harke Jans Meek, timmerman in Tolbert, die de kast rond 1900 gemaakt heeft. Daar waar linnenkasten normaal gesproken sober gesneden waren, heeft Meek zich hier uitgeleefd op schitterend gesneden versieringen aan de buiten- en binnenkant van de kast. Waar een ‘gewone’ timmerman uit Tolbert bijzonder in kon zijn!

Nu herbergt deze statige kussenkast een oude en kwetsbare schat: veertig stuks textiel waarvan het oudste een laken is gemaakt in 1717, getuige het borduursel met deze datum. De verzameling textiel komt uit de nalatenschap van Cornelia Sophia Dijk-Weering, een welgestelde boerin in Midwolde en geboren in 1878 en overleden in 1966.

Het textiel dook veertig jaar geleden op in de vorm van een vondst van een grote, bruine koffer, bewaard door de zoon van de inwonende hulp van de familie Dijk. Bij opening bleek de inhoud net zo bruin als de koffer. Voorzichtig zijn de lakens, slopen en mannenhemden gewassen, gedroogd en gestreken. Het jongste textiel zijn lakens en hemden uit 1873. Afgaande op de huwelijksdatum van meneer en mevrouw Dijk komt het textiel uit de uitzet die het jonge bruidspaar meekreeg: 12 lakens, 12 hemden, 24 slopen. Een kostbare schat toen, een zeldzaam kostbare schat nu.