Tegenwoordig is een schildersbedrijf een bouwbedrijf zoals er zovele zijn, maar tot ver in de 20e eeuw was een schilder een ambachtsman met een opleiding die verschillende graden kende, zoals die van meesterschilder. Overigens is het nog steeds mogelijk om die titel te behalen!

De huisschilder was een vakman die overigens ook op artistiek gebied de nodige kunde in huis moest hebben. En dat brengt ons bij het monsterplankje dat in de Vaarverij (schilderswerkplaats) van het museum te vinden is.

Dit monsterplankje laat namelijk verschillende soorten houtimitaties zien. Decoratieve houten elementen in huizen werden vaak in verschillende houtnerfmotieven geschilderd. Het voordeel was dat je niet daadwerkelijk duurdere houtsoorten hoefde te gebruiken. Als het levensecht geschilderd was, dan zag het er net uit als een heel duur stuk hout. Een prachtige vorm van bedrog!

Dergelijke versieringen op hout zijn nog steeds te vinden in meer kapitale woningen en in openbare gebouwen, vaak ook in kerken. Niet alleen houtmotieven werden door de schilder geïmiteerd, maar ook een marmermotief werd veelvuldig op hout geschilderd. Zelfs in Paleis Het Loo is veel van het marmer eigenlijk gewoon hout met een marmermotief. Houd marmer dus ook goed in de gaten, u kunt bedrogen uitkomen!