Politieke gevangenen zoals Nel Crouwel (1902-1997) zaten geïnterneerd in het Huis van Bewaring Groningen

Dit uniform behoorde toe aan een vrouwelijke politieke gevangene die vanuit Groningen in Westerbork kwam. Een van de vele vrouwen met een vergelijkbaar verhaal was de Groningse verzetsvrouw Nel Crouwel. Zij beschreef na de oorlog uitgebreid haar ervaringen. Van haar gevangenschap in het Huis van Bewaring en kamp Westerbork tot de “vrouwenmars” terug naar Groningen en de uiteindelijke bevrijding.


Politieke gevangenen zoals Nel Crouwel (1902-1997) zaten geïnterneerd in het Huis van Bewaring Groningen. Zo nu en dan werden ze opgehaald voor verhoor in het Scholtenhuis. De Sicherheitspolizei (SiPo) hanteerde zware verhoormethoden om bekentenissen af te dwingen. Regelmatig vermoordden ze gevangenen of zetten ze op transport naar concentratiekampen. De SD verhoorde Nel meerdere keren op hardhandige wijze. Ze liet echter niets los en werd weer naar het Huis van Bewaring gestuurd. Hier zat ze enkele maanden gevangen, zonder te weten wat de SiPo met haar van plan was.


Nel werd op 6 april 1945 met vijftien vrouwelijke medegevangenen weggevoerd naar een onbekende bestemming. Zij moesten hun sieraden afgeven en in de bus stappen. Een paar uur later reden ze kamp Westerbork binnen. De bewakers joegen de vrouwen de bus uit, een donkere barak in. Ze wisten niet wat hen te wachten stond. Even later werden ze naar een andere barak gestuurd waar al rond de honderd vrouwen in houten stapelbedden lagen. Voor Nel en de rest waren er harde, smalle bedden om op te slapen en geen dekens. De vrouwen moesten hard werken. Elke dag werkte Nel op de bruinkoolafdeling onder slechte omstandigheden. Het was koud in de dunne overall en ze had maar één uur pauze. Toch was het een verademing om na maanden in de cel weer buiten te zijn. Dagelijks vlogen vele vliegtuigen over het kamp. Dit bracht hoop voor de gevangenen, maar dreigend onheil voor de Duitsers. Op 10 april vluchtte de SD en bleef alleen de Wehrmacht over om het kamp te bewaken.


Die avond werden ook de vrouwelijke politieke gevangenen meegenomen onder begeleiding van 500 Duitse soldaten. Wederom naar een onbekende bestemming. Zo trok deze vrouwenmars drie nachten lang door Drenthe richting Groningen. Om zo min mogelijk op te vallen liepen ze alleen ’s nachts. Op 14 april bereikten ze uitgehongerd en oververmoeid een boerderij tussen Visvliet en Grijpskerk. De commandant van de soldaten besefte dat ze als ratten in de val zaten, ingesloten door de geallieerden. Even heerste onder de gevangenen de angst dat ze in deze benarde situatie allemaal zouden worden doodgeschoten. De commandant besloot echter, tegen het bevel van zijn superieuren in, de gevangenen achter te laten en met zijn regiment verder te trekken. In Grijpskerk werden de nu ex-gevangenen zeer hartelijk en gastvrij onthaald, iets wat Nel naar eigen zeggen nooit zal vergeten.

Hoge resolutiefoto's Download object

Deze pagina delen facebook twitter pinterest Embed