In de herenkamer van de Menkemaborg staat een bijzonder kabinet met beschilderde laden en deuren. Het is een zogenaamd kunstkabinet of rariteitenkabinet. In dit soort luxe kabinetten werden persoonlijke objecten bewaard, zoals kleine verzamelingen of exotische schelpen en fossielen, die waren meegenomen door de Verenigde Oost-Indische Compagnie.

Wanneer de twee deuren van het kabinet gesloten zijn, is het helemaal zwart. Het moet op ebbenhout lijken, maar is zwart geschilderd inheems zachthout. Dit soort eenvoudige kabinetten werden in grote hoeveelheden gemaakt in de zeventiende eeuw in Antwerpen. Ook de schilderingen zijn eenvoudig en vrij schetsmatig. Helaas zijn de schilderijtjes niet gesigneerd en ook niet gedateerd, maar in vergelijking met andere kabinetten is het kabinet te dateren in de tweede of derde kwart van de zeventiende eeuw.

Op de laden zijn de twaalf maanden van het jaar verbeeld. Opmerkelijk is, dat dit soort series toen veel gemaakt werden, maar dat dit kabinet tot nu toe het enige bewaard gebleven exemplaar is. Op de binnenzijden van de deuren zijn twee Bijbelse voorstellingen te zien: Adam en Eva in het Paradijs en Het Laatste Oordeel. In het midden tussen de laadjes is een deurtje met een voorstelling van een ertsgroeve. Achter dit deurtje is een groter vak voor een bijzonder object, zoals een stuk koraal.

Het verhaal van het kabinet is duidelijk: van het begin tot het einde der tijden. Ook het onderstel verwijst hiernaar, want de kariatiden, de dragende figuren, verbeelden de vier seizoenen: lente met bloemen, zomer met fruit, herfst met korenschoof en winter met vuur. Uitzondering is de ertsgroeve. Was het de wens van de opdrachtgever of had het een andere reden, we weten het niet.

In 1960 werd het kunstkabinet gelegateerd aan het Groninger Museum door F.H. Jansenius de Vries uit Warffum (1881-1960). Het was onderdeel van een groot legaat met voornamelijk Oosterse en Europese keramiek. Over de geschiedenis van de herkomst is geen informatie.