Wat moeten we met een prent van stadhouder Willem V waarop hij als achttienjarige met een jongenskoppie staat afgebeeld? Strikt genomen niet veel. Zouden we het als een weergave van de werkelijkheid nemen, dan moet onze stadhouder het geheim van de eeuwige jeugd hebben gekend. Dat 'geheim' heeft hij gekend. Het heette Pieter…

De twee portretten laten de jonge stadhouder Willem V (1748-1806) zien. Zijn vader komt in 1751 plotseling te overlijden en de kleine Willem wordt opgevoed als toekomstige heerser over Nederland. Op de prenten is dat goed te zien: de prins staat er stoer en zelfbewust op afgebeeld. Willem draagt een fraai kostuum, met daarop de belangrijke Orde van de Kouseband. In zijn hand houdt hij de commandostaf en om hem heen zien we zijn leermiddelen: een wereldbol, boeken, passer en kaart. In de verte is een vloot afgebeeld en een leger, naast Willem ligt een indrukwekkende helm. ‘Wie doet me wat? Kom maar op!’

Beide portretten zijn kopergravures, afdrukken op papier van een gegraveerde koperen plaat. Een techniek die vanaf de vijftiende eeuw wordt toegepast en bijzonder populair is. Op de eerste prent is Willem zeven jaar oud, op de tweede is hij achttien. Een groot verschil in jaren, maar merkwaardig genoeg zijn er bijna geen verschillen. De graveur Pieter Tanjé maakte het zich gemakkelijk. Elf jaar ná het vervaardigen van het eerste portret, gebruikt hij dezelfde koperplaat en past alleen het hoofd wat aan…