Archeologen stuitten op resten van kampvuren van jagers-verzamelaars uit de midden-steentijd.

Voor de aanleg van een parkeergarage onder het nieuwe UMCG, meer dan vier meter beneden maaiveld, stuitten de archeologen op resten van kampvuren van jagers-verzamelaars uit de midden-steentijd. In deze kuilen lagen brokjes houtskool. Door deze te onderzoeken, zijn we te weten gekomen dat voor het vuurtje hout is gebruikt van een den, een eik en een jeneverbesstruik.


Het is aannemelijk dat de jager-verzamelaars dit hout uit de directe omgeving hebben gehaald. Zodoende hebben wij een beeld van de begroeiing in de buurt. Ook kan het verbrande hout gebruikt worden om te dateren. In totaal zijn er 28 haardkuilen opgegraven en door de dateringen zijn wij te weten gekomen dat de haarden ongeveer 8000 jaar gelden hebben gebrand tijdens verschillende bezoeken aan deze plek.


Het vuur zal zijn gebruikt om warm te blijven en om eten te bereiden. Daarnaast was het vuur de plek om vuurstenen te bewerken tot werktuigen. Bewijs hiervoor zijn de vondsten van vuursteenafval (afslagen) en werktuigen die wij soms in de buurt van zo'n haardkuil vinden. Op de plek van de haardkuil zelf vinden we soms nog verbrande hazelnootdoppen die vermoedelijk onderdeel waren van een maaltijd.


Midden-steentijd (Mesolithicum, 8800-4900 voor Chr.)

Hoge resolutiefoto's Download object

Deze pagina delen facebook twitter pinterest Embed