Deze speld is een van vele bijzondere mantelspelden die bij opgravingen aan de Grote Markt Oostzijde zijn gevonden. Wat deze mantelspeld zo bijzonder maakt is de afbeelding op de voorzijde en het feit dat deze van zilver, een edelmetaal, is gemaakt.

De meeste mantelspelden werden van brons, tin of lood vervaardigd. Het embleem aan de voorzijde bestaat uit de Griekse letters alfa en omega die bovenop van een kruis zijn voorzien. We weten dat een dergelijk symbool ook is afgebeeld op munten die onder bisschop Bernold van Utrecht zijn geslagen. Het embleem lijkt dus verband te houden met de bisschop zelf. Misschien droegen hogere bedienden van hem zo’n speld.

De mantelspeld is gevonden ter hoogte van het oudste marktplaveisel. Hoe oud de Grote Markt is, weten we niet precies, maar we vermoeden dat het oudste plaveisel, gemaakt van kleine zwerfeitjes, in de elfde eeuw is opgebracht. Ook een aantal andere straten in de binnenstad is toen verhard met keien. Mogelijk gebeurde dit in opdracht van bisschop Bernold die destijds aan het hoofd van het bisdom van Utrecht stond. Dit bisdom had op 25 mei 1040 enkele bezittingen gekregen in de nederzetting Groningen, dat toen als ‘Cruoninga’ werd geschreven.

De aanleg van een geplaveide markt en het verharden van de straten kan bedoeld zijn geweest om de (economische) ontwikkeling van de nederzetting te stimuleren. Groningen lag op een belangrijke handelsroute van de Drentse zandgronden naar de Friese kwelders en was een ideale plek voor een marktplaats.

Hoge middeleeuwen (900-1100 na Chr.)