Gered van het vuur
Museum ’t Rieuw

Bijna was dit bijzondere weefgetouw op de brandstapel terecht gekomen. Omdat niemand er iets mee wilde of kon. Dankzij alert ingrijpen van museum 't Rieuw bleef het werktuig voor het nageslacht bewaard en vertelt het haar eigen, unieke verhaal.


Al in de Middeleeuwen werd de textielnijverheid in heel Nederland in werkplaatsen en bij boeren thuis beoefend. Er waren zelfs weversgilden die vooral wollen, lakense stoffen fabriceerden. In de vijftiende eeuw raakte de fabricage van wol echter in een crisis en schakelde men op grote schaal over op linnen. Vlas, de grondstof voor linnen, groeide in de omgeving en was dus eenvoudig beschikbaar.


De linnen stoffen werden door zelfstandige wevers op hun eigen weefgetouw in hun woning vervaardigd en verkocht aan kooplieden die het weer verhandelden. Bij een weefgetouw wordt van de schering- of kettingdraden een deel omhoog en een deel omlaag bewogen, om ruimte te maken voor het inleggen van de inslag. De opening, die tussen de beide groepen kettingdraden ontstaat, heet de 'sprong'.


Dertig jaar geleden kreeg het museum dit weefgetouw aangeboden. De toenmalige vrijwilligers waren eigenlijk niet van plan het in hun collectie op te nemen. Toen men echter te horen kreeg dat het dan op de brandstapel zou eindigen, werd alsnog besloten in het museum een plek te geven.

Hoge resolutiefoto's Download object

Deze pagina delen facebook twitter pinterest Embed