een praktisch, gezellig en feitelijk onmisbaar huisje

Verscholen in de schaduw van de boerderij staat een klein huisje: de stookhut. Het dateert uit de tijd dat een boerderij nog min of meer zelfvoorzienend was en werd gebruikt voor een veelheid aan activiteiten.


In de stookhut werd brood gebakken, werden tabaksbladeren en bonen gedroogd, de was gekookt, varkensvoer in de zwienepot gemaakt, een deel van de slacht gedaan, groente en fruit ingemaakt en zomers werd er zelfs overdag in gewoond zodat het huis mooi schoon bleef. Ondanks de geringe ruimte was het een praktisch, gezellig en feitelijk onmisbaar huisje.


De stookhut bestaat uit vieren muren van steen en een dak met dakpannen in plaats van het gebruikelijke riet, in verband met brandgevaar. De hut stond altijd aan de ‘natte’ kant van de boerderij, omdat voor de meeste activiteiten in de hut veel water nodig was. Hij lag dus dicht bij de gracht en op enkele meters van de zijdeur, waar de pomp stond.
De korte schoorsteen op het dak liet de omgeving weten wanneer er in de stookhut gewerkt werd, een rookpluimpje kringelde dan uit de pijp omhoog. Standaard was de rookpluim te zien op zondag, als het vuur onder de grote ijzeren ketel werd opgestookt voor de wekelijkse gezinswas. De was stond dan de hele nacht te ‘trekken’ zodat de vrouw op maandagochtend vroeg kon beginnen met het uitwassen.


En was de dag voorbij, dan werd de stookhut een ontmoetingsplaats voor jongeren. Er werd gevreeën, een boompje opgezet, gelachen, gehuild, een geheim gedeeld. Als de muren konden praten, konden ze verhalen van een eeuwenlange geschiedenis van het boerenleven en -werken.

Hoge resolutiefoto's Download object

Deze pagina delen facebook twitter pinterest Embed