1944. Het is winter. Na een barre tocht van zes weken, lopend en op boerenkarren, bereikt een grote groep vluchtelingen uit Noord-Limburg eindelijk Tolbert. De tweehonderd katholieke Limburgers vinden gastvrij onderdak in dit protestantse dorp. Korte tijd later wordt Maria Johanna Arnoldina Carolina geboren. Maar niet op de dag die op haar geboortebordje staat vermeld.

De aanhoudende beschietingen van de geallieerden maken dat de bevolking van Noord-Limburg steden en dorpen moet verlaten. Aangekomen in Tolbert wordt alles voor hun komst in gereedheid gebracht. Onder andere een provisorisch kraamkliniekje, dat in de plaatselijke kapsalon wordt ingericht.

En het is hier dat de Limburgse Toos Kusters in de maand februari van een dochter bevalt, die de naam Maria Johanna Arnoldina Carolina krijgt. Niet veel later wordt voor de gelegenheid een aardewerken geboortebordje beschilderd, met één opvallend detail: de datum vermeldt niet haar geboortedag, maar de dag waarop de familie weer naar hun woning in Velden terugkeert: 16 mei 1945. Dan namelijk begin voor de familie Kusters écht een nieuw begin in een verwoest gebied.

Maria Kusters schenkt het bordje op 1 mei 2010 aan Fredewalda, tijdens de Evacué-dag ter gelegenheid van ‘Vijfenzestig jaar bevrijding’.