In iedere synagoge brandt permanent een Eeuwig Licht. Het verwijst naar de menora (zevenarmige kandelaar) die ooit in de in het jaar 70 verwoeste Tempel in Jeruzalem brandde. Dit exemplaar, gemaakt van melkglas en een zilverkleurig frame, is afkomstig uit de jeugdsynagoge (1940) in de Folkingedwarsstraat in Groningen.

De jeugdsynagoge fungeerde tot de deportatie van de Joods bevolking van Groningen als school en gebedshuis voor de Joodse jeugd. Na de Tweede Wereldoorlog werd het gebouw de hoofdsynagoge van Groningen, omdat de Joodse Gemeente Groningen de eigenlijke synagoge aan de Folkingestraat moest verkopen vanwege het nog maar kleine aantal resterende leden.

Dit Eeuwige Licht brandde in de voormalige jeugdsynagoge tot 1981, het jaar waarin de Joodse Gemeente terugkeerde naar de synagoge aan de Folkingestraat. De lamp werd meegenomen, maar belandde ongebruikt in een opslagkast. Piet Cohen had immers al een nieuw Eeuwig Licht ontworpen. In de jaren negentig van de vorige eeuw werd de lamp geheel gerestaureerd.

De lamp is een van de zeer weinige overgebleven authentieke onderdelen van het interieur van de jeugdsjoel. In de Groningse synagoge resteren daarvan, naast dit Eeuwige Licht, nog de twee wetstafelen met de Tien Geboden. Die hebben in 1981 een plek achter de Heilige Arke gekregen. Ook in de jeugdsjoel aan de Folkingedwarsstraat zelf -sinds 1981 grotendeels in gebruik als gymzaal- zijn nog oorspronkelijke elementen te zien, zoals een kantoorraam met een ingegraveerde davidster en een schoolbord.