Vader Gootjes nam de zakdoeken uit hun broekzakken, moeder knipte van elk van haar zoons een paar plukjes haar af

Pieter Gootjes (1916-1944) en Jacob Gootjes (1920-1944), zoons van de gereformeerde dominee Gootjes uit Baflo, waren tijdens de bezetting actief in het gewapende verzet. Zo pleegden ze op 4 juni 1943 een overval op het distributiebureau in het Friese Langweer. De gebroeders doken onder op verschillende plekken, waaronder de villa Zonnehoek in Middelstum, bij de familie Bos. Deze verblijfplaats werd echter verraden.


Toen de Sicherheitsdienst op 11 februari de broers wilde oppakken, stuitten ze op heftig verzet. De broers vluchtten een nabijgelegen weiland in, maar kwamen om in het vuurgevecht.


Hun lichamen werden door de bezetter niet vrijgegeven, maar bewaard in het lijkenhuisje van het Academisch Ziekenhuis in Groningen. De familie Gootjes kreeg de kans om afscheid te nemen, maar dat moest heimelijk gebeuren. Alles hing af van het dienstrooster van een betrouwbare portier. Twee avonden later, om half zeven, was het zover. De lichamen van Pieter en Jacob lagen op een brancard die uit een kast uit de muur werd getrokken. Vader Gootjes nam de zakdoeken uit hun broekzakken, moeder knipte van elk van haar zoons een paar plukjes haar af.


Op last van de Duitsers werden de lichamen van de gebroeders Gootjes gecremeerd, tegen gereformeerd gebruik in. Een trap na, zo beschouwde de familie dat. Kort na de bevrijding wilde vader Gootjes de asbussen op halen, maar die waren verdwenen. Ze zijn nooit gevonden.

Hoge resolutiefoto's Download object

Deze pagina delen facebook twitter pinterest Embed