De hier afgebeelde achttiende-eeuwse waterpas van het type Egault was eigendom van Van Giffen

Het staat er als een soort tijdcabine temidden van de eigentijds vormgegeven omgeving van Museum Wierdenland. Een fors uit de kluiten gewassen eikenhouten vitrine, met daarin allerlei voorwerpen die ooit het persoonlijk eigendom waren van professor Van Giffen. Zoals deze waterpas.


De Groninger archeoloog Albert E. Van Giffen begon zijn loopbaan in 1908 toen hij opziener werd bij de afgravingen van de wierde Dorkwerd. Met de opgravingen in Ezinge verrichtte hij baanbrekend werk, aangezien daar voor het eerst een dorpsstructuur in zijn geheel werd blootgelegd. Door de zogeheten 'kwadrantmethode' die Van Giffen had ontwikkeld, werden wierden en grafheuvels zowel verticaal als horizontaal afgegraven om zoveel mogelijk gegevens te verzamelen.


Van Giffen gebruikte een dergelijke waterpas bij de opgravingen die hij deed -onder andere in Ezinge- om van gevonden sporen of objecten de exacte coördinaten en de hoogte te bepalen. Deze veldwerktechniek wordt in de archeologie ook wel ‘waterpassen’ genoemd. De hier afgebeelde achttiende-eeuwse waterpas van het type Egault was eigendom van Van Giffen en is 37 centimeter lang en 20 centimeter hoog.


De waterpas is afkomstig van het Biologisch-Archeologisch Instituut, dat door Van Giffen in 1920 is opgericht. Inmiddels is dit beter bekend als het Groninger Instituut voor Archeologie, waarmee Museum Wierdenland een samenwerkingsverband heeft.

Hoge resolutiefoto's Download object

Deze pagina delen facebook twitter pinterest Embed