De penning heeft aan de ene zijde het opschrift 'Hinderikus Ringels, meede lit der schutten'

Een schutterspenning was een bewijs van lidmaatschap of deelname aan activiteit van de schutterij van Appingedam, die tot in de achttiende eeuw in Appingedam bestond (hoewel Appingedam al in de zestiende eeuw haar militaire betekenis verloor). Er is niet veel bekend bekend over het fenomeen 'schutterspenningen', maar in oude geschriften valt onder andere iets te lezen over het vervaardigen ervan.


Zo lezen we dat de penningen aanvankelijk werden geslagen. Eerst werd het onderstempel (de legger) geplaatst. Daarop kwam het ronde zilveren penningplaatje te liggen en daar weer op de bovenstempel de bout die een flinke stang (of bout) moest hebben om op te kunnen slaan. Met een zware hamer werd vervolgens een flinke klap gegeven. Iedere slag was weer een nieuw avontuur. De meest voorkomende afwijking was het verschuiven van het zilveren penningplaatje. Geen wonder dat men op zoek ging naar een betere fabricagemethode. Die vond men in het schroeven van de penningen. Een lange schroefstang draaide in een ijzeren blok. Onder dat blok zaten de onderstempel en de bovenstempel, waartussen het zilveren plaatje werd gelegd. Het onberekenbare van een hamerslag was nu verdwenen. Met regelmaat kon nu een steeds grotere kracht uitgeoefend worden door te draaien (schroeven). De zo gefabriceerde penningen zijn dan ook veel regelmatiger van uitvoering.


De schutterspenning uit de collectie van Museum Stad Appingedam heeft aan de ene zijde het opschrift 'Hinderikus Ringels, meede lit der schutten' en aan de andere zijde een voorstelling van een wapen, bestaande uit gekuipte pot met drie pootjes en twee oren, waarin drie rozen aan gebladerde stengels, geflankeerd door twee leeuwen (schildhouders).

Hoge resolutiefoto's Download object

Deze pagina delen facebook twitter pinterest Embed