Een vierstel in Art Décostijl: kazuifel (gotisch model), twee dalmatieken, twee stola's, kelkvelum, bursa en een koormantel. Basisstof (kazuifel, dalmatieken, toebehoren) van crème- en goudkleurige zijde-damast met ingeweven patroon van verticaal slingerende banden, waartussen afwisselend gestileerde lelies en gelijkarmige, in cirkels geplaatste kruisjes.

Basisstof van de koorkap bestaat uit licht zalmkleurige zijdedamast met ingeweven patroon van gestileerde leliekruisjes in gestileerde bloemen, omgeven door gestileerde korenaren en druiventrossen. Voering van okerkleurige zijde. Op voor- en rugzijde van het kazuifel een gaffelkruis van donkerrode zijde, omzoomd met galons van goud en rood. In het kruishart aan de voorzijde een tondo van gouddraad met een blauw kruis. Op de zijarmen en het bovenste gedeelte van de verticale arm gestileerde ornamenten van lichtgroene geappliqueerde zijde en vleugels in blauw, lichtgroen en omber. Op de verticale arm een met ster bekroonde, gehelmde serafijn met goudkleurige nimbus. Aan de boven- en onderzijde ervan tweemaal twee blauwe vleugels en gestileerde ornamenten in groen en omber. Alle figuren zijn met gouddraad opgenaaid. Rugzijde met idem gaffelkruis. In het kruishart hier een in grijze zijde geborduurde Geestesduif met gouden nimbus, in stralenkrans.

Dalmatieken: op voor- en achterzijde twee clavi, op borsthoogte verbonden door een horizontale band. Mouwen met dito banden afgezet. Op de clavi en mouwbanden centraal een tondo van gouddraad, waarin een blauw kruis. Aan de boven- en onderzijde tegen een fond van donkerrode zijde, gestileerde ornamenten en vleugels in lichtgroen, blauw en omber. Ook hier zijn alle figuren met gouddraad opgenaaid. Op de horizontale band golvende lijnen van gouddraad tegen een donkerrood fond, in de hoeken zilveren sterretjes. Aan de rugzijde voorts centraal een blauwe driehoek met het Christusmonogram, geflankeerd door de Alpha en de Omega, alles in zilverdraad.

Stola's, kelkvelum en bursa met opgenaaid kruisje van rode zijde, omzoomd met gouddraad. Stola's en kelkvelum omzoomd met goudkoord; voorts goudfranje. Op de friezen van de koorkap zijn aan de voorzijde identieke engelenfiguren aangebracht als op die van het kazuifel, omgeven door vleugels en ornamenten, in grote lijnen vergelijkbaar met die op het kazuifel, maar in groter formaat. Halfrond gesloten schild van donkerrode zijde. Centraal een blauwe zeshoek tegen een fond van golvende gouddraden. Hierbinnen een omstraalde driehoek van zilverdraad, waartegen drie gouden cirkels met de kapitalen "P" (Pater), "F" (Filius), "S" (Spiritus) in zilverdraad. Aan weerszijden hiervan twee spiegelbeeldige serafijnen, en profil, met lichtgroene vleugels en gouden nimbus. Ook hier zijn alle figuren met gouddraad opgenaaid. Op de rand van het schild aan de onderzijde drie zilveren sterren. Goud-franje. Achtzijdige gespen van verguld metaal waarop gelijkarmige kruisjes, in het hart ervan gegranuleerde tondi; tussen de kruisarmen ajour bladvoluten.