Tussen de bedsteden een ‘diggelkast’, bedoeld om de ‘rijkdom’ van de eigenaar te laten zien.

Ooit woonden er honderden zeelieden in de Groninger Veenkoloniën. De schepen lagen in havens als Delfzijl, Amsterdam en Rotterdam, maar huis en haard stonden aard en nagelvast in Veendam, Hoogezand, Wildervank of de Pekela's. En wie verre reizen doet, brengt behalve mooie verhalen, dikwijls mooie souvenirs mee.


Het kapiteinshuis in Nieuwe Pekela is het enige schippershuis in de Veenkoloniën, waarin zich nog een originele bedstedenwand met ‘diggelkast’ ('diggel' is aardewerk) in de voorkamer bevindt. De diggelkast is de ruimte die tussen twee bedsteden is ingebouwd. Het is een vitrinekast waarin vooral de door de schipper meegebrachte scheepvaartsouvenirs werden uitgestald. Zoals Engelse schoorsteenhondjes, Russische koffie- en thee serviezen en fraai Engels aardewerk.


Het zijn dus pronkkasten, bedoeld om de ‘rijkdom’ van de eigenaar te laten zien. Bij de restauratie destijds kreeg het houten beschot een conserverende behandeling en werd de binnenkant van de kast rood geschilderd. Die tint sluit aan op de kleur van de legplanken onder de verguld loden sierstrip. Dergelijke sierstrips met rococo-ornament komen in veenkoloniale schippershuizen meer voor. Het bedschot vormt een uniek, rijk onderdeel van het interieur.


De diggelkast is nu geheel gevuld met Engels aardewerk en Russisch porselein uit de eigen verzameling van het Kapiteinshuis.

Hoge resolutiefoto's Download object

Deze pagina delen facebook twitter pinterest Embed