De goudschat van Feerwerd was duidelijk met grote zorgvuldigheid bijeengebracht en daarmee heel bijzonder

In 1971 vonden gasfitters onder de voorkamer van een boerderij bij Feerwerd, Langveld twee stenen kruikjes met maar liefst 648 gouden munten. De kruikjes werden ergens tussen 1528 en 1548 verborgen.

De samenstelling was opmerkelijk: 519 philippusguldens en 124 Duitse goudguldens, 4 Nederlandse goudguldens en een Engelse ‘angelot’. Een gewone schat zou een veel grotere diversiteit aan vreemde munten hebben opgeleverd. De goudschat van Feerwerd was duidelijk met grote zorgvuldigheid bijeengebracht en daarmee heel bijzonder.

De eigenaar van de munten had de beste gouden munten van twee typen bijeen gebracht. De kans is groot dat het iemand was met internationale contacten, bijvoorbeeld een Groninger paardenhandelaar. In de paardenhandel was namelijk veel geld te verdienen.

De 54 grazen (ongeveer 26 hectare) land bij de boerderij was eigendom van het Cisterciënser klooster Aduard. Helaas is de administratie van de verhuur van de kloosterlanden voor 1594 niet bewaard, zodat we niet weten wie rond 1530 in Langeveld woonde.

De schat vertegenwoordigde in elk geval een waarde van 828-14-0 Brabantse guldens, ofwel 707 Emder gulden à 4 ¾ Groninger stuiver. Om te begrijpen wat de waarde hiervan was: een paard kostte gemiddeld veertig Emder guldens. De schat vertegenwoordigde in haar tijd dus ongeveer achttien paarden.

Er zijn er meer goudschatten bekend van het Noord-Groninger land. In 1979 kwam in Huizinge een eind zestiende eeuw begraven muntschat tevoorschijn met een gevarieerdere samenstelling en een contemporaine waarde van 348 gulden. In 2017 werd in Loppersum een kleine goudschat van 48 munten uit dezelfde tijd gevonden.
In huwelijkscontracten uit de zestiende en zeventiende zijn bedragen van enkele duizenden guldens niet ongewoon. Kortom, in het Groningerland was het nodige contante geld aanwezig als gevolg van de vruchtbare grond die een verhandelbare overproductie aan boter, kaas en spek, de zogenaamde ‘vette waren’, opleverde. Groningerland was net als het aangrenzende Oost-Friesland beroemd om zijn paarden. Die werden uitgevoerd tot aan de Frankfurter Messe toe. Als in de jaren dertig van de zestiende eeuw de agrarische economie in onze streken aantrekt, voert de abt van het klooster Aduard een proces om huurverhoging af te dwingen. Hij krijgt zijn zin en mag bovendien van elke landbouwer zijn beste paard en het mooiste gouden voorwerp afnemen. De goudschat van Feerwerd staat derhalve niet op zichzelf.

Egge Knol – Groninger Museum

Verder lezen:
J.W. Boersma & H.E. van Gelder: De muntvondst van boerderij ‘Langeveld’ onder Feerwerd (gem. Ezinge). Groningsche Volksalmanak 1972-73, p. 191-220.
E. Knol 2012: Rijke grond, rijke mensen. De goudschat van Feerwerd. Stad & Lande 21 (4), p. 30-32 & omslag.
H.E. van Gelder: De muntvondst van Feerwerd 1971. Jaarboek voor Munt- en Penningkunde 58-59 (1971-72), p. 51-87.

Hoge resolutiefoto's Download object

Deze pagina delen facebook twitter pinterest Embed