Het MOW bezit twee bijzondere kloostermoppen uit circa 1350. Archeologen groeven deze twee stenen op in 1987 bij de Bisschopsweg in Vriescheloo. Uit archeologisch onderzoek concludeerden zij dat hier een steenhuis stond.

In de twaalfde en dertiende eeuw ontgonnen inwoners van Westerwolde steeds meer veen. Verbouw van rogge op de drooggelegde gronden bracht grote rijkdom. Met de toenemende inkomens bouwden welvarende inwoners stenen gebouwen als huis, opslagplaats en verdedigingswerk.

De eigenaren van de steenhuizen bleken vanaf het einde van de vijftiende eeuw niet in staat om hun onderkomens te beschermen tegen het opkomende water. Door de veenontginning en de opkomst van de Dollard konden de inwoners het water niet tegenhouden. De steenhuizen verdwenen net zo snel als zij waren opgekomen.

Archeologen vonden in Westerwolde meerdere fundamenten van steenhuizen. Het MOW bezit bij de twee kloostermoppen uit Vriescheloo ook foto’s van de opgravingen ervan en een kaart van de vindplaats.