De zuivere loop van het uurwerk mocht niet worden beïnvloed door invloeden van buiten, zoals ijsafzetting op de wijzers.

Er was een tijd dat torenklokken de belangrijkste tijdaanduiders waren. De oudste uurwerken hadden geen wijzers; ze lieten slechts het juiste aantal uurslagen horen. Later werden wijzers toegevoegd: eerst een enkele die alleen de uren aangaf, later kwam daar een minutenwijzer bij.


Een flink gewicht moest het uurwerk in beweging houden. De zuivere loop van het uurwerk mocht natuurlijk niet worden beïnvloed door invloeden van buiten, zoals wind of ijsafzetting op de wijzers. Vandaar de zogenaamde ‘remontoir’: een constructie om de aandrijving van wijzers en klokken los te koppelen van het uurwerk. Dat maakt de torenuurwerken tot ingewikkelde machinerieën, die zowel de wijzers besturen en de uur- en kwartierslagen, en soms zelfs melodietjes op het juiste tijdstip laten horen.

Dit exemplaar werd in 1925 gebouwd door de firma Rochlitz uit Berlijn. Ieder kwartier speelt het het bekende Westminster-deuntje van vier tonen. Per kwartier komt er een riedeltje bij, totdat op het hele uur na vier riedels de uurslag het uur van de dag aangeeft.

Met de opkomst, vanaf de jaren '30 van de vorige eeuw, van electromagnetisch bediende carillons en stuurkasten met een ponsband raakten de mechanische uurwerken uit en was het met torenklokken snel gedaan.

Hoge resolutiefoto's Download object

Deze pagina delen facebook twitter pinterest Embed