Peper was tewerkgesteld in Berlijn en speelde in het ‘Lager’-elftal (het kampelftal)

Tijdens de Tweede Wereldoorlog speelde er een voetbalelftal in Berlijn, dat officieus het Nederlands Elftal werd genoemd. Dit Oranje bestond echter alleen uit Nederlandse dwangarbeiders. Ook andere landen uit Europa hadden een dergelijk elftal, waardoor het mogelijk was om interlands te spelen. Deze wedstrijden moesten zorgen voor vermaak, maar veroorzaakten soms ook onrust.


Eén van de spelers in het Nederlands Elftal van dwangarbeiders was de Groninger voetballer Hooite Peper, spelend voor Velocitas. Peper was tewerkgesteld in Berlijn en speelde in het ‘Lager’-elftal (het kampelftal). Hij kon goed voetballen en werd daarom gevraagd om te komen spelen voor de plaatselijke club, Tennis Borussia Berlin. Hooite weigerde omdat hij bang was dat hij daardoor geschorst zou worden bij zijn eigen club, Velocitas uit Groningen.


De NSB’er Dieterich uit Utrecht regelde de interlands voor het Nederlands Elftal en vroeg Hooite Peper of hij wilde meespelen in de wedstrijd tegen Vlaanderen. Zodoende was Hooite Peper één van de spelers op het veld tijdens de wedstrijd Nederland – Vlaanderen, die gespeeld werd op 25 juli 1943 in het Mommsenstadion in Berlijn. Oranje, dat overigens in het geel speelde, won met 6 – 3. Nederland speelde in totaal vijftien wedstrijden tegen landen als Frankrijk, Servië en Tsjechië.
De interlands zorgden naast vermaak ook vaak voor onrust, omdat ze bezocht werden door veel landgenoten. De bezoekers keerden zich dan regelmatig tegen de Duitsers. Meestal in woord, maar soms ook in daad in de vorm van bijvoorbeeld protestmanifestaties.


Na de wedstrijd tegen Vlaanderen kreeg Hooite Peper roodvonk, waardoor hij tijdelijk met verlof naar Groningen mocht. Hij besloot toen om bij zijn ouders onder te duiken, die aan het Hoornsediep 67a woonden. Al snel werd Hooite gezocht en op 21 februari 1945 kwamen vijftien landwachters naar zijn ouderlijk huis om het te doorzoeken. Hooite was echter snel achter een dubbele wand van de kast gekropen en zijn vader liet de landwachters een nepbrief liet waarin zijn zoon schreef dat hij vanuit Berlijn naar Bremen was vertrokken.


Hooite kwam met de schrik vrij en schreef na de oorlog de volgende tekst op het achterpaneel van de kast, welke is opgenomen in de collectie van het OVCG: 'Deze schuilplaats heeft mij bij een overval van vijftien zwaar gewapende landwachters gered. Groningen, 21 februari 1945. Hooite Peper'.

Hoge resolutiefoto's Download object

Deze pagina delen facebook twitter pinterest Embed