Zes jaar is Jannes Westerhof uit Tolbert als hij in 1926 sterft aan ‘kroep’. Zijn dood maakt diepe indruk op het personeel van de Tolberter Openbare Lagere School. Er wordt geld ingezameld voor een graftrommel op het kindergrafje van Jannes op de Tolberter Begraafplaats.

Het woord ‘graftrommel’ komt in de Dikke van Dale niet voor. In het Funerair Lexicon van H.L. Kok is sprake van een ‘grafdoos’: 'Een ovale trommel, gemaakt van zink, aan de voorkant afgedekt met een glasplaat. De inhoud bestaat veelal uit kunstbloemen en een tekst'.

Graftrommels komen vanaf ongeveer 1880 in gebruik. Ze worden op het bestaande graf geplaatst door bijvoorbeeld vrienden of de werkgever van de overledene. Ná 1945 komen ze nog maar sporadisch voor.
Er zijn weinig graftrommels bewaard gebleven, wat te maken heeft met de kwetsbaarheid en slechte houdbaarheid van het materiaal.

In de graftrommel van Jannes zijn de groengeverfde takken en bladeren gemaakt van zink, de witte bloemen van aardewerk. De binnenkant is wit geschilderd, de buitenkant zwart. De tekst op het lint luidt: ’Laatste groet aan Jannes van het Personeel der OLSchool’ (Openbare Lagere School).

De nabestaanden van Jannes schenken de graftrommel eind vorige eeuw aan Stichting Oudheidkamer Fredewalda. De trommel verkeert dan in een slechte staat, maar is inmiddels fraai gerestaureerd.