Het schilderij, dat de scheepsramp met veel drama weergeeft, is van de hand van de kunstenaar Eterman

Rottumeroog, het kleine waddeneiland voor de kust van Groningen, was tot in de jaren ’70 van de twintigste eeuw bewoond door een eilandvoogd. Hij was strandvonder, had een kleine boerderij en raapte eieren van vogels die op het eiland broeden. Bij dat laatste kreeg hij hulp van jonge jongens van arme gezinnen op de vaste wal.


Een van de jonge eierrapers was Marten Toonder senior (1879-1965), de vader van de bekende striptekenaar. Van 1890 tot 1899 verbleef hij als jonge jongen op Rottum. Hij stond daarmee in een familietraditie, want vóór hem werkten zijn opa, Fredrieks Postema, en een oom, Harm Postema, al op het eiland. Fredrieks en Harm behoorden tot een groepje van zes mannen dat in het najaar van 1886 met een klein schip naar Rottumeroog vertrekt, ondanks een naderende storm. Het scheepje raakt in problemen en vijf opvarenden verdrinken. Onder hen Fredrieks Postema, de opa van Marten Toonder senior, die pas zes maanden later ten noorden van Uithuizen wordt teruggevonden. Harm Postema is de enige die de ramp overleeft.


Dit schilderij, dat de scheepsramp met veel drama weergeeft, is van de hand van de kunstenaar Eterman, pseudoniem voor Joannes Diekmann, een huisvriend van de familie Toonder. Hij heeft dit geschilderd in de tweede helft van de jaren 1930 op basis van de verhalen van Toonder senior. Naar verluidt heeft Eterman model gestaan voor de stripfiguur Terpen Tijn uit de Bommelverhalen van Marten Toonder junior.

Hoge resolutiefoto's Download object

Deze pagina delen facebook twitter pinterest Embed