Een zonnewijzer heeft een vaste stift of stijl en de schaduw daarvan geeft een tijd aan

Wanneer men in de achttiende eeuw door Nederland reist, dan moet in elke stad de tijd aangepast worden. Vergelijkbaar met het reizen over de wereld vandaag de dag. Met de komst van de treinen in de negentiende eeuw is er een eenheid in tijd ingevoerd, namelijk de Amsterdamse tijd. Pas in de tweede wereldoorlog werd er een algemene Europese tijd vastgesteld. Dat is eigenlijk nog maar heel kort geleden.

De oudste tijdmeters zijn zonnewijzers en die worden duizenden jaren geleden al gebruikt door de Egyptenaren. Ook in de middeleeuwen en zelfs nog in de negentiende eeuw worden zonnewijzers als tijdmeter gebruikt.

Een zonnewijzer heeft een vaste stift of stijl en de schaduw daarvan geeft een tijd aan op een waaiervormige baan, ingedeeld in lijnen van zonsopgang tot zonsondergang. In de zomer is het langer licht dan in de winter en daardoor krijg je wel uren van ongelijke lengte. In de tuin voor het theehuis staat een zonnewijzer, gedateerd 1722.

Boven op de sokkel staan twee diagonaal op elkaar geplaatste kubussen met acht verticale wijzervlakken, die respectievelijk gericht zijn naar Zuid, Zuidwest, West, Noordwest, Noord, Noordoost, Oost en Zuidoost. Aan de bovenzijde een stervormige schijf met twaalf punten waaruit op het bovenvlak een ‘zomerstijl’ steekt te midden van een cirkel met uurlijnen. Op dezelfde manier steekt uit het ondervlak een ‘winterstijl’. Het is een zeldzaam type.

Onder de schijf is een engelkopje te zien en aan de andere kant staat 1722. Het is een uitgebreide zonnewijzer, maar dat past in de achttiende eeuw waar de gnomonica of zonnewijzerkunde ijverig werd beoefend.

Hoge resolutiefoto's Download object

Labels Menkemaborg

Deze pagina delen facebook twitter pinterest Embed