Het moet destijds een schitterend stuk zijn geweest, gemaakt in een werkplaats die ook het Frankische koningshuis bediende

Het kruis van Oostwold stond sinds 1874 in het museum te boek als boekbeslag uit de twaalfde eeuw. Een oplettende buitenlandse geleerde herkende het stuk als een Karolingisch borstkruis. Het dateert uit de eerste eeuw dat bewoners van Groninger Ommelanden Christenen werden.

Het kruis van Oostwold is 13,5 centimeter hoog en een hol borstkruis. In de holte zat waarschijnlijk een heilig reliek. Het kruis is lang gebruikt voordat het in de grond belandde, het vertoont de nodige slijtage. Op het kruis is Jezus afgebeeld, met daarboven in typisch Karolingisch handschrift een opschrift in Latijn: 'Jezus Nazareeër Rex Judeorum' (Jezus Nazareeër koning van de Joden).

Het bronzen kruis is vervolgens met vuurvergulding verguld. Het moet destijds een schitterend stuk zijn geweest dat was gemaakt in een werkplaats die ook het Frankische koningshuis bediende. Het bijzondere kruis zal aanvankelijk aan een belangrijke kerkleider zijn gegeven. Later is het doorgegeven aan een pastoor die kennelijk in Oostwold werd begraven. Wie beide mensen waren weten we niet, maar het stuk vormt een herinnering aan de tijd dat het christendom nog maar pas was geïntroduceerd in de Friese landen.

De kerstening begon in 786 met de opdracht van Karel de Grote aan Liudger om de Groninger gouwen (gebieden) te bekeren tot het christendom. Liudger moest het werk van Bonifatius voltooien die zoals bekend in 754 bij Dokkum het leven liet. De gouwen waren Humsterland, Hunsingo, Fivelgo, Eemsgo, Federgo en het eiland Bant, ofwel de noordhelft van de provincie Groningen en het westelijk deel van het Duitse Ostfriesland. Toen Liudger benoemd werd tot bisschop van Munster, mocht hij zijn zendingsveld langs de kust bij zijn bisdom voegen. Zo ontstond de enclave Friesland, bestaande uit de Groninger Ommelanden, de westhelft van Ostfriesland en de eilanden Borkum en Bant. Dat laatste eiland werd in de loop van de tijd kleiner en verdween in zee in de achttiende eeuw.

De herkomst van het kruis van Oostwold is minder duidelijk dan de naam doet vermoeden. Groningen kende drie plaatsen met de naam 'Oostwold': in het Westerkwartier, in het Oldambt en bij Siddeburen. Bij de eerste beschrijving van het kruis is verzuimd aan te geven welk Oostwold werd bedoeld. Oostwold bij Siddeburen is verdwenen, maar bekend is dat bij het slopen van fundamenten in 1831 een vier duim groot kruis is gevonden. Al klopt de maat niet helemaal, het is verleidelijk om te denken dat dit om het hier getoonde kruis gaat.

Egge Knol – Groninger Museum

Meer lezen:
M. Brandt & E. Knol, 2007: Het Karolingische kruis van Oostwold. Groninger Kerken 24 (3), p. 65-71 & omslag.

Hoge resolutiefoto's Download object

Deze pagina delen facebook twitter pinterest Embed