Ieder schip dat andere schepen sleept is in principe een sleepboot. Vaak hebben ze een groot motorvermogen ten opzichte van de lengte.

Dit model is niet naar het voorbeeld van een specifiek schip, maar laat wel goed zien hoe sleepboten er rond 1920-1930 uitzagen. Vaak waren deze boten uitgerust met een stoommachine maar dit model is gebouwd als een stoomsleepboot die is omgebouwd naar motorboot. Deze boten sleepten vaak op de rivieren. Als er geen wind was en je moest met een zeilschip naar bestemmingen als Deventer of Zutphen, dus stroomopwaarts, dan was een sleepboot nodig. De boot ging dan met een gangetje van een 2 kilometer in de stroom op met vier tot zes schepen. Dat lijkt veel, maar er waren dan wel schepen bij die niet groter waren dan 50 ton. Op de foto is het achterdek met sleepbeugel te zien, een constructie die voorkomt dat trossen aan de roef blijven haken of het dek raken. De sleepkabel werd bevestigd aan de beting direct achter de schoorsteen.

Dit model werd gemaakt door K. Broekema.