“ Het was belangrijk dat de rokken, ondanks de groten verscheidenheid, in details toch op elkaar zouden lijken
Direct na de Tweede Wereldoorlog maakten vrouwen bontgekleurde feestrokken, ook wel 'bevrijdingsrokken' genoemd. Textiel was schaars en het materiaal voor de rok werd in brokjes en stukjes bij elkaar gezocht. Maar er zat méér achter deze rokken dan alleen maar zuinig patchworken.
De Nederlandse Mies Boissevain-van Lennep zat tijdens de oorlog in het verzet, werd opgepakt en kwam in het concentratiekamp Ravensbrück terecht. Na de oorlog werd ze initiatiefneemster van een vrouwenbeweging, waar het idee ontstond van de bevrijdingsrok, die een grote symbolische waarde kreeg. De rok moest aan bepaalde voorwaarden voldoen: de oude kleurrijke lapjes werden op een oude rok genaaid, waardoor de oorspronkelijke ondergrond werd getransformeerd tot een nieuw veelkleurig kledingstuk. De zoom moest altijd bestaan uit gelijkbenige driehoekjes met daarop de datum '5 mei 1945', aangevuld met de data van nationale feestdagen waarop de rok werd gedragen.
Het samenvoegen van de stofresten verbeeldde de wederopbouw en de vernieuwing van Nederland, maar tijdens het vervaardigen van de rokken verwerkten de vrouwen ook hun oorlogservaringen in het kledingstuk. Door het gezamenlijk dragen van de rok werd de saamhorigheid versterkt. Het was belangrijk dat de rokken, ondanks de groten verscheidenheid, in details toch op elkaar zouden lijken. “Eén dracht maakt eendracht” luidde de filosofie.
Bij het 50-jarig regeringsjubileum van Koningin Wilhelmina trok op 2 september 1948 in Amsterdam een 'rokken defilé' door de hoofdstad, waaraan duizenden vrouwen deelnamen. In latere jaren is de traditie verflauwd; in de jaren vijftig werden de rokken al nauwelijks meer uit de kast gehaald. Tegenwoordig zal je op de Bevrijdingsfestivals in het land niemand meer tegenkomen in een bevrijdingsrok....
Hoge resolutiefoto's Download object