Een bijzonder, bijna levend kunstwerkje. Gevat in een fraaie houten lijst is het haar verwerkt van Auktje Dijkstra. Prachtig rood van kleur, afgeknipt kort voor haar overlijden. Dat was in 1921 toen ze, amper twintig jaar jong, kwam te sterven.

De maker van het haarwerk is de Toberter schoolmeester Cornelius Oosterhuis. Hij had er, toen de diepbedroefde ouders van Auktje hem vroegen het kunstwerkje te maken, al talloze gemaakt en hij zou er daarna nog vele vervaardigen. Een aantal daarvan is in het bezit van Fredewalda, zo ook die van het rode haar van Auktje.

Hoe ging meester Oosterhuis te werk? Het haar wordt eerst gewassen en gekookt in alcohol. Na droging wordt het heel fijn geknipt en met kleurloze lijm gemengd. Daarna wordt het haarmengsel met een fijn penseeltje op een getekende ondergrond aangebracht. Dit eenvoudige haarwerkje is geschilderd op melkglas. We zien een gedeelte van een kerkhof, met Auktjes graf omringd door bomen. Voor de takken van de treurboom gebruikte meester Oosterhuis de niet-fijngeknipte lange haren van Auktje.

Een stil aandenken aan een voorbij leven dat op het punt stond werkelijk tot bloei te komen…