Het opgestelde stuurhuis van een visserschip doet het hart van menige oud-visserman harder kloppen.

Het in het Muzeeaquarium opgestelde stuurhuis van een visserschip doet het hart van menige oud-visserman harder kloppen. Wie bij een bezoek aan het museum een paar van die zeebonken bij elkaar ziet staan en onopvallend het oor te luisteren legt, hoort de mooiste verhalen. Over garnalen bijvoorbeeld…


Garnalen worden, vrijwel het gehele jaar door, langs de Noordzeekust gevangen. In totaal wordt er in het Waddengebied ca. 25.000 ton garnalen gevangen. Het vistuig van een garnalenkotter woelt de bodem niet om, zodat het vissen weinig invloed heeft op het leven in de bodem. Er wordt niet met zware (ketting)wekkers gevist maar met een rollenpees, een touw met ronde rubberen blokken die over de bodem rollen en de garnalen opschrikken.


“Binnenhalen, losmaken en uitzoeken. Dat is altijd de taak geweest van de visserman. Lag het eenmaal aan dek, dan was het losmaken en kijken wat erin zat. Dat was altijd prachtig! Het lag daar allemaal levend te springen, zo vers uit de zee: garnalen, krabben, botten en scharren. Alles wat op de bodem van Noordzee en Waddenzee leeft, zag je dan voor je liggen. Ja, zo'n net open maken was een mooi moment.”


“De man die de garnalen kookte noemden we de ‘koker’. Hij gooide meestal een kilo of zeven, acht tegelijk in de ketel. Ze kookten ongeveer tien minuten. Bij zeven kilo garnaal deden we drie kilo zout. Dat paste je af met de pollepel uit de zoutkist. Wanneer was je nou een goeie garnaalvisser? Als je de garnaal wist te vinden en als je goed kon koken. Was je een slechte koker, dan kon je beter ophouden. Die opkopers bij ons konden zó zien of je slecht kookte en of je langs modderbanken gevist had. Dan had je geen beste kwaliteit. ‘Groenkoppen’ noemden ze dat.”

Hoge resolutiefoto's Download object

Deze pagina delen facebook twitter pinterest Embed