In 1775 bouwde de Amerikaan David Bushnell een klein eenpersoons duikbootje, dat vanwege zijn opvallende vorm ‘Turtle' werd genoemd. Het was een houten bol, bedekt met teer. Met een handpomp kon er water onderin het vaartuig gepompt worden, zodat deze zonk. Het principe ontleende Bushnell aan de woning van een inktvis: de Nautilusschelp.

De Nautilus pompilus (schelp) is het huis van een inktvis uit een oeroude groep van schelp-dragende inktvissen, zoals de ammonieten en hun verwanten (die zo goed als allemaal zijn uitgestorven). Het bijzondere aan de Nautilusschelp is dat de inktvis hiermee kan stijgen en dalen in het water door middel van het kamertjessysteem die met elkaar zijn verbonden door kleine buisjes.

Als het dier, dat overdag op dieptes van tweehonderd tot vierhonderd meter leeft, 's nachts naar de oppervlakte wil om daar te eten, pompt het water uit de kamertjes, word lichter en stijgt naar de oppervlakte. Om vervolgens, na te hebben gegeten, zijn kamertjes te vullen met water, zwaarder word, en weer naar beneden afdaalt. Het principe van de duikboot is hiervan afgekeken.