“ De straatcollectes werden gehouden door vrijwillige collectanten, waarvan het merendeel NSB’er was
In oktober 1940 werd naar Duits voorbeeld de Winterhulp Nederland (WHN) opgericht. Het stelde zich tot taak arme Nederlanders van voedsel en kleding te voorzien met het doel het Nederlandse volk een goede indruk van de Duitsers te geven. Andere liefdadigheidsorganisaties werden verboden.
De inkomsten van de Winterhulp bestonden voornamelijk uit collectes en loterijen.
De straatcollectes werden gehouden door vrijwillige collectanten, waarvan het merendeel NSB’er was. Ze waren te herkennen aan het speldje dat vaak op de revers van de jas werd gedragen. Het was een geëmailleerde metalen draagspeld in de vorm van een driebladig groen klaverblad waarop de de afkorting 'WHN' stond. Dit logo prijkte ook op de rode collectebussen die de collectanten gebruikten. Onder het deksel zaten hulpringetjes, zodat het altijd klonk alsof er al geld in zat als je met de bus schudde.
Om gulle giften te stimuleren ontving de gever een speldje. De speldjes werden steeds in andere series uitgegeven, zoals molens, sprookjes en bloemen. Zo werden de speldjes voor sommige mensen verzamelobjecten.
De Winterhulp werd door de Nederlandse bevolking al snel beschouwd als een propaganda-onderdeel van de Duitse bezetter. Alleen NSB’ers toonden zich enthousiast, terwijl de gewone burger een gift of medewerking aan de Winterhulp als collaboratie beschouwde. In het geval van de loterijen won de goklust het vaak van de principes en bleken wel populair onder de Nederlandse bevolking. Maar de straatcollectes sloegen nauwelijks aan bij het publiek. Regelmatig werd opgeroepen niets te geven of werden posters van de Winterhulp met leuzen beklad. Een bekende uitspraak was: 'Geen knoop van mijn gulp voor de Winterhulp!'.
Hoge resolutiefoto's Download object