Pas in 1952 werd de distributie van koffie opgeheven en verdween de surrogaatkoffie langzaam maar zeker van de markt

Koffie, thee, tabak, zeep: in de Tweede Wereldoorlog was het maar moeilijk verkrijgbaar. Daarom werden veel van de schaarse producten vervangen door een surrogaat. Zoals surrogaatkoffie, die in 1941 op de markt kwam. Surrogaatkoffie bestond meestal uit een mix van gerst, erwten, cichorei, eikels en tulpenbollen. Dat was overigens geen nieuwe vinding: in de negentiende eeuw werd echte koffie in tijden van schaarste al vermengd met koffiesurrogaat.


Het laat zich dan ook niet moeilijk raden wanneer de uitdrukking 'Dat is geen zuivere koffie!' ontstaan is. Verschillende grote koffiebranderijen brachten hun eigen merk surrogaat uit. Zo had Douwe Egberts 'Fama', en Van Nelle 'Pitto'. Ook in Groningen hadden de koffiebranderijen hun eigen merk. Theordorus Niemeijer, nu beter bekend van de tabak, kwam de Tweede Wereldoorlog door dankzij het maken van surrogaatkoffie en -thee, die respectievelijk op de markt gebracht werden onder de naam 'Klaroen' en 'Savora'. De stoomkoffiebranderij van Harmannus Smith, op de hoek van de Poelestraat en het Schuitendiep, maakte 'Vesta'. Op deze locatie zit nu café 'De Branderij', als herinnering aan de branderij van Smith.


De meeste producten die schaars waren in de oorlog, waren na de bevrijding weer volop verkrijgbaar. Dat gold echter niet voor koffie. Pas in 1952 werd de distributie van koffie opgeheven en verdween de surrogaatkoffie langzaam maar zeker van de markt. Koffie was het laatste product dat weer vrij beschikbaar kwam. Eindelijk konden Nederlanders weer genieten van een zuiver bakje koffie.


Hoge resolutiefoto's Download object

Deze pagina delen facebook twitter pinterest Embed