In diverse kamers van de Menkemaborg zijn zilveren voorwerpen te zien. Vooral gebruiksvoorwerpen, al is het de vraag of deze kostbare voorwerpen ook werkelijk gebruikt werden. Ze zijn een toonbeeld van rijkdom en status en passend bij een adellijke familie als de Alberda’s van Menkema. Om zich nog meer te onderscheiden van andere families lieten ze hun familiewapens in het zilveren voorwerp graveren.

Doordat zilver gekeurd moest worden, weten we waar het gemaakt is, door wie en wanneer. Voorbeelden zijn er van Groninger zilversmeden, maar ook van zilversmeden uit Den Haag en Amsterdam. Deze theepot met twee kannetjes en een blaadje zijn van Martinus van Stapele, Den Haag, 1762 (het blaadje) en 1763. De zilveren voorwerpen zijn voorzien van een sierlijk gegraveerd wapen. Het is het alliantiewapen Alberda-Bentinck en dit zijn Unico Allard Alberda en Christina Bentinck van den Brieller. Ze trouwden in 1762.

De theepot en de twee kannetjes hebben oren van ebbenhout en een sierlijk gegraveerd wapen. Ze zijn gemaakt in de Lodewijk de XV-stijl of rococo. Gezien de trouwdatum zijn deze voorwerpen direct na hun huwelijk aangeschaft of cadeau gekregen. Het is niet als set bewaard gebleven, maar is in verschillende jaren door de erfgenamen van de laatste bewoner geschonken aan het Groninger Museum.

In 1902 overlijdt de laatste bewoner van de Menkemaborg, Gerhard Alberda van Menkema. Zijn erfgenamen, zijn neefjes en nichtjes Lewe van Nijenstein, schenken in 1921 de Menkemaborg aan het Groninger Museum. Ook deze familie is sinds 1950 uitgestorven en veel van hun bezit is gelegateerd of geschonken aan het museum, waaronder zo’n honderd stuks zilver. Een deel hiervan is opgesteld in de Menkemaborg.

Van het echtpaar Alberda-Bentinck is ook een groot ovaal blad met een opengezaagde rand met bladmotieven te zien. Het is in 1789 gemaakt door Diederik Willem Rethmeyer in Amsterdam. Unico Allard is in 1790 overleden. Christina Bentinck schrijft in 1813 haar eigen testament en daarin vermaakt ze enkele stukken zilver aan haar kinderen, waaronder waarschijnlijk dit grote blad. Uit 1815 is een sierlijk theepotje in de Empire stijl met strakke vorm en een eenvoudig parelrandje. Het is gemaakt in Amsterdam door Jacob Hendrik Stellingwerf. Tot het einde van haar leven heeft Christina Bentinck, ook als weduwe, zilver gekocht en voorzien van het alliantiewapen. Ze overlijdt in 1815.