De Koninklijke coupé in de collectie van het Nationaal Rijtuigmuseum heeft toebehoord aan Koning Willem I is en naar alle waarschijnlijkheid de oudste Koninklijke coupé in Nederland. En mogelijk ook het oudste rijtuig in Nederland met het predicaat Koninklijk.

Toen de Oranjes na achttien jaar verbannen te zijn geweest, in 1813 konden terugkeren naar Holland, was er  geen vervoer beschikbaar. Tijdens de Franse overheersing was het rijtuigbezit verstrooid geraakt. Koning Willem I moest een geheel nieuwe hofhouding, inclusief Staldepartement opbouwen. Deze Coupé en de bekende Glazen Koets behoorden tot de eerste bijzondere rijtuigen in het negentiende eeuwse bezit van de Oranjes.

Momenteel beschikt het Koninklijk Staldepartement nog over zeventig gala-, dienst- en sportrijtuigen en sleden (waaronder de Gouden Koets en de Glazen Koets), verspreid over de paleizen Noordeinde en Het Loo. De Koninklijke familie zit dus bepaald niet om een koetsje verlegen. Maar het oudste rijtuig van de Oranjes staat in het Nationaal Rijtuigmuseum Nienoord, in Leek. Een coupé uit circa 1815, ooit in bezit van koning Willem I.

Van de tijd van vóór Napoleon is in Nederland nauwelijks een  rijtuig bewaard gebleven. Het Nationaal Rijtuigmuseum beschikt echter wel over een miniatuurtje van het oudste rijtuig van ons land. Ook een vorstelijk rijtuig. Een koetsenbouwer uit Den Haag namelijk maakte rond 1660 een model voor stadhouder Willem III om te kijken of de koets hem beviel. De originele koets is uiteindelijk gebouwd maar in de tijd verloren gegaan. Wat rest is het schaalmodel. Samen met de 1:1 Koninklijke coupé heeft het museum daarmee iets zeer bijzonders in huis.